illustraties: Elly Hees
Lemniscaat, februari 2016
Ivo is een kletskous. Omdat hij geen seconde zijn mond houdt, sturen zijn ouders hem vaak maar naar buiten. Op school krijgt hij strafwerk omdat hij zoveel kletst. Ivo is heel anders dan zijn vriendinnetje Mila. Zij zegt alleen het hoognodige, maar wat ze zegt, is heel erg de moeite waard.
Wanneer Ivo op een dag zegt dat hij, als hij later groot is, ‘de baas van de wereld’ wil worden, ontmoeten ze ineens de échte baas van de wereld. De man lijkt een vieze zwerver met een winkelwagentje, waar de politie op loert. Dat hij meer is dan een opschepper, blijkt een dag of wat later, wanneer ze met z’n drieën wegvliegen in datzelfde wagentje. De Baas betrekt Ivo en Mila bij een plan om de wereld te redden, want het milieu gaat naar de knoppen en er moet dringend iets gedaan worden. ‘Kleine gebeurtenissen kunnen grote gevolgen hebben,’ zegt de Baas. En daarom moeten Ivo en Mila hem helpen, want zij zijn kleine steentjes die later een grote verandering teweeg kunnen brengen.
Met De baas van de wereld keert Pieter Koolwijk terug naar het genre waar hij met Vlo en Stiekel (2012) sterk in bleek: een behoorlijk absurd boek waarin veel te lachen valt, maar dat ook een boodschap bevat. Het verhaal begint dit keer realistisch, maar vanaf het moment waarop de kinderen plotseling met het supersonische winkelwagentje weg kunnen vliegen, raakt het in een stroomversnelling. Ivo is een grappig jongetje dat je onmiddellijk voor je ziet: druk, kritisch en bloednieuwsgierig. Mila is moeilijker te doorgronden. Ze draagt het geheim met zich mee dat haar moeder haar in de steek liet en ze zou haar moeder dolgraag weer ontmoeten. Het is een verhaallijn die verder weinig met de Baas van de wereld te maken heeft en die dan ook niet goed uitgewerkt wordt en een tikje overbodig is. De Baas als persoon blijft wat raadselachtig. Pas helemaal aan het einde van het boek is het Ivo duidelijk wat de Baas hem precies wil bijbrengen.
De baas van de wereld is een wat rommelig boek geworden: (te) veel humor en overdrijving en tegelijk met een nogal dikke moraal. Het leest prettig. De vormgeving is verzorgd; de gekleurde illustraties van Elly Hees passen goed bij het verhaal. De baas van de wereld is geschikt voor lezers vanaf negen jaar.