vertaling: Lidwien Biekmann
Van Holkema & Warendorf, november 2022
De kinderen van het gezin Vanderbeeker wonen in Harlem, New York, in een buurt waar maar weinig openbaar groen is. Maar er is wel een stukje braakliggend land naast de kerk. Vroeger was er de speelplaats van een peuterschool, maar tegenwoordig is er een groot hek, begroeid met klimop en met een slot erop.
Jessie (12), Oliver (9), Hyacinth (7) en Laney (5) besluiten om het vergeten stukje land om te toveren tot een tuin. Het zou een cadeau zijn voor hun buren meneer Jeet en mevrouw Josie. Meneer Jeet ligt nu in het ziekenhuis omdat hij een beroerte heeft gehad. Als hij weer thuiskomt, moet zo’n tuin een geweldige verrassing zijn.
De kinderen Vanderbeeker gaan ijverig aan de slag. Oliver weet het slot te kraken, ze moeten zakken en zakken afval en onkruid zien weg te werken, ze hebben planten en zaadjes nodig en zakken tuinaarde, en ze hebben maar weinig geld en tijd. Bovendien dreigt hun plan te mislukken omdat meneer Huxley het stukje land wil verkopen aan een projectontwikkelaar. Gaat het ze lukken hun droomtuin op tijd af te krijgen?
Met de kinderen Vanderbeeker maakten we al kennis in De Vanderbeekers (januari 2022): kinderen uit een gezellig, wat rommelig gezin, waarin iedereen dol op elkaar is. Waar in het eerste boek nog aardig wat afgekibbeld werd, is in dit boek bijna alles koek en ei tussen de kinderen onderling. Het boek wordt daardoor wel wat braaf en zoet, anderzijds zou je ook best bevriend willen zijn met een van de Vanderbeekers, want je vingers jeuken om mee te helpen bij het realiseren van die mooie tuin.
Ja, er gaat een hoop mis, maar de kinderen doen hun uiterste best om alle moeilijkheden die ze tegenkomen op te lossen en het kan niet anders of de tuin is op tijd af. En dat meneer Huxley het nakijken heeft, voel je al hoofdstukken lang aankomen.
Wie De Vanderbeekers gelezen heeft, kan lekker verder met dit tweede deel. Op zich zijn de boeken los van elkaar te lezen, maar het is wel handig om met deel één te beginnen.
De bladspiegel is heel ruim, zodat je vrij vlot door de 300 pagina’s heen bent. De Vanderbeekers en de geheime tuin is een zomers feelgood-boek, met een heel happy end, geschikt voor lezers vanaf circa tien jaar.