vertaling: Femke Blekkingh-Muller
illustraties: Georgien Overwater
Lemniscaat, oktober 2015
CPNB-kerntitel, Kinderboekenweek 2019
Lise en Bulle zijn bevriend met de rare professor Doktor Proktor. Deze professor vertrok naar Parijs om zijn oude liefde Juliette te zoeken, maar dat lijkt helemaal in het honderd te lopen. Lise krijgt een raadselachtige kaart van Dr. Proktor en als ze de code eindelijk ontcijferd hebben, blijkt dat ze ook naar Parijs moeten komen omdat hun vriend is zoekgeraakt in de tijd. Ze moeten een glazen pot met tijdzeep meebrengen.
Eenmaal in Parijs ontdekken Lise en Bulle dat ze met behulp van een badkuip (de teletijd-tobbe) en de tijdzeep naar het verleden kunnen reizen, om hun vriend te vinden. Ze komen via de Tour de France van 1969, de Slag bij Waterloo, de Franse Revolutie en de cel van Jeanne d’Arc tenslotte toch op de juiste plaats terecht. Tijdens hun zoektocht ontdekken ze dat het niet altijd verstandig is om het verleden te willen veranderen. Bovendien worden ze op de hielen gezeten door iemand die ook op zoek is naar Doktor Proktor, maar dan wel om een heel andere reden dan Lise en Bulle.
Met een badkuip kun je dus ook reizen en wel door de tijd, mits je voorraad tijdzeep groot genoeg is. Had je zelf ook maar een pot tijdzeep, want het moet zo leuk zijn om precies naar de datum en de plaats te kunnen gaan waaraan je denkt als je kopje onder gaat in de teletijd-tobbe.
De avonturen van Lise, Bulle en de professor zijn over het algemeen hilarisch, al gaat het je op gegeven moment wel een beetje duizelen en dreigen de situaties wat flauw te worden. Dat zal voor de meeste jonge lezers geen probleem zijn; zij zullen juist genieten van alle gekkigheid die Lise en Bulle onderweg meemaken. Uiteindelijk loopt alles helemaal goed af, zoals het hoort in zo’n boek. Tussen de regels door pik je ook nog wat hoogtepunten uit de Franse geschiedenis mee.
Dr. Proktors Teletijd-Tobbe is het tweede boek over Doktor Proktor, maar kan zonder problemen gelezen worden als je het eerste deel niet kent. Het boek is royaal geïllustreerd met zwierige, gekleurde tekeningen van Georgien Overwater. Ze passen prima bij de tekst.
Een grappig, toegankelijk boek, dat veel kinderen vanaf tien jaar met plezier zullen lezen.