4sterLeopold, oktober 2021

Je zal er maar wonen: in een klein huisje aan de rivier. Joes woont er, samen met zijn vader Walter en zijn moeder Zaza. In de vier andere huisjes van het rijtje dijkwoningen woont zijn familie. Het meest speelt Joes met zijn nichtje Amber; samen zwemmen ze in de rivier, klimmen ze in bomen en graven als ‘argologen’ per ongeluk oma’s dode hond op.
Ze moeten wel voorzichtig zijn, want op de smalle dijk rijdt veel verkeer. Binnenkort zal dat veranderen, want dan wordt een nieuwe weg met de Maximabrug over de rivier geopend. Dan gaat het verkeer niet meer rakelings langs de slaapkamer van Joes. Dat is natuurlijk fijn, maar dankzij die nieuwe weg moet ook de oude boerderij van meneer en mevrouw Vergeefs afgebroken worden. De grote weg gaat binnenkort dwars over hun land.
Maar op een nacht gebeurt er toch datgene waarvan iedereen zo zijn best had gedaan om het niet te laten gebeuren…

Het moet een idyllische plaats zijn om op te groeien: een klein dijkhuisje, met veel ruimte om buiten te spelen. Die ruimte krijgt Joes ook van zijn ouders: ze sturen hem bij waar het nodig is en verder kunnen hij en Amber net zo veel fantaseren en spelen als ze willen.
Het boek doet prettig-ouderwets en tegelijkertijd actueel aan. Enerzijds is het verteltempo rustig en doet het verhaal je verlangen naar net zo’n fijne plaats om te wonen en te spelen, anderzijds is Joes’ moeder gevlucht uit Syrië, worden er verkeerswegen aangelegd en verdwijnen er boerenbedrijven.
Het boek begint met een vooruitblik: er gebeurt iets ergs met Joes. Daarna start het werkelijke verhaal. Omdat je al weet dat er iets heel naars – een ongeluk? – gaat gebeuren, blijft de spanning in het verhaal. Al moet je Het kleine huis bij de rivier niet voor de spanning lezen, maar juist voor de kleine gebeurtenissen én voor de sfeer. En voor de mooie taal, het subtiele verdriet van Zaza en de warme familieleden van Joes die het boek bevolken.

Het kleine huis bij de rivier gaat over familie, over geven-om-elkaar – al klinkt dat wat klef. Klef is het boek gelukkig niet, al is het wat nostalgisch en groeien niet veel kinderen op met zo’n familie en op zo’n heerlijke plaats als Joes en Amber. Het is een fijn en kalm verteld verhaal, een rustpunt tussen alle kinderboeken waarin het avontuur om je heen raast. Geschikt voor dromerige lezers van negen jaar en ouder.

Top