vertaling: H.C. Kaspersma
Leopold, juli 2018
Al eeuwen offeren de mensen in het Protectoraat het jongste kindje uit het dorp op aan de Heks. Deze traditie wordt hen ingeprent door de Ouderlingen; zij brengen jaarlijks een baby naar het Woud. De heks bestaat echt. Ze is 500 jaar oud, ze heet Xan, maar zij brengt het kindje juist naar liefdevolle families die aan de andere kant van het Woud wonen.
Zo ook dit jaar. Maar omdat ze het meisje per ongeluk voedt met maanlicht, komt het kind boordevol magie te zitten. Xan besluit het meisje bij zich te houden. Luna groeit daarom op bij Xan, bij Zwomp het moerasmonster en bij Vurian het piepkleine draakje.
Terwijl Xan snelt veroudert en Luna opgroeit, wil de jongeman Anteen proberen de heks te verslaan, zodat er geen kinderen meer geofferd hoeven te worden. Rond Luna’s dertiende verjaardag trekt hij het Woud in. Maar Anteen beseft niet dat Xan niet verslagen hoeft te worden en dat het ware kwaad heel ergens anders huist. En dat er veel meer speelt dan hij ooit had kunnen vermoeden.
Verdriet is gevaarlijk. Het is een zinnetje dat Xan zo nu en dan herhaalt, maar waarvan je pas helemaal aan het einde van het boek beseft hoe belangrijk het is. Want de mensen in het Protectoraat worden niet zomaar onderdrukt door de Ouderlingen. Hun verdriet om de geofferde kinderen heeft een functie, een griezelige functie.
Intussen wordt de ondernemende Luna opgeleid om Xan op te volgen en fladdert het 500 jaar oude kinderdraakje Vurian om haar heen. Het hele Woud is gedrenkt in magie en in magische gebeurtenissen. Maar welke? Xan kan het zich niet meer goed herinneren en ook de lezer lijkt keer op keer in de mist te verdwalen, met het gevoel iets belangrijks over het hoofd te zien. Pas helemaal aan het einde wordt alles duidelijk en sla je aan het terugbladeren. Oh ja, natuurlijk! Dan pas begrijp je de vele vooruitwijzingen en terugblikken en zie je hoe prachtig dit sprookjesachtige avontuur is opgebouwd.
Wat een boek! Vingers in je oren en lezen maar! Het meisje dat de maan dronk is een boek dat smaakt naar klassiekers, een sprookje en een fantastisch avonturenverhaal ineen. De structuur is wat ingewikkeld, met perspectiefwisselingen en sprongen in de tijd, waardoor er wel wat van de lezer gevraagd wordt. Een verrukkelijk verhaal voor lange winteravonden bij het haardvuur, voor gretige lezers van elf jaar en ouder.