illustraties: Mark Janssen
Van Goor, september 2016
Nina’s vader is postbode. Op een dag kan hij een brief niet bezorgen, omdat deze geadresseerd is aan ‘Het Ministerie van Oplossingen’. Dat Ministerie bestaat niet, zegt Nina’s vader. Nina is bloednieuwsgierig en ‘leent’ de brief van haar vader. De brief is geschreven door Ruben, een jongen van negen die ontzettend gepest wordt door Sophia. Hij hoopt dat het Ministerie hem kan helpen. Omdat ze niets over dat Ministerie kan vinden op internet, besluit Nina om zelf Ruben te gaan helpen. Samen met haar vriendin Alfa sluit ze vriendschap met Ruben én met zijn heel oude buurvrouw. Deze mevrouw Vis vertelt hen dat het Ministerie weldegelijk bestaan heeft en dat zij er vroeger voor werkte. Als de kinderen drie oplossingen kunnen bedenken voor mensen met problemen, mogen ze een nieuw Ministerie oprichten. Dat is net iets voor Nina! Ze gaan aan de slag, maar die vervelende Sophia mag niets in de gaten krijgen. Zij probeert Ruben nog steeds dwars te zitten.
Nina is een energieke dame. ‘Ze heeft de wind weer in haar hoofd,’ zegt haar moeder. Nina is geknipt voor het Ministerie, want ze is een kind dat niet in vragen denkt, maar in oplossingen. Haar manier om de jongere Ruben te helpen, is simpel en doeltreffend. Ruben zelf wordt weliswaar gepest, maar is tegelijk een snoeislim jongetje met een hoop in zijn mars. En wat heerlijk: nergens een verklaring waarom Sophia zo’n kreng is. Mooi zo.
Het toeval helpt de kinderen weliswaar een handje mee, maar nooit op een manier dat het ongeloofwaardig wordt. Je zou de avonturen van Nina, Alfa en Ruben bijna zelf kunnen beleven, terwijl het boek tegelijkertijd heerlijk fantasievol en verfrissend aandoet. Naar het einde toe wordt het zelfs nog spannend, want het lijkt erop dat het Sophia lukt om het nieuwe Ministerie te blokkeren. Vrees niet, natuurlijk loopt een boek als dit goed af.
Wat is Het Ministerie van Oplossingen een leuk en gezellig boek! Het verhaal wordt met plezier en vaart verteld, van Nina, Alfa en Ruben ga je houden alsof ze je eigen vrienden zijn en wat heerlijk dat er zoiets positiefs als een Ministerie van Oplossingen bestaat. Dit is een boek om heel vrolijk van te worden.
Vanwege de indeling in hoofdstukken is het boek heel geschikt als voorleesboek in de klas, maar je kunt het natuurlijk ook lekker zelf lezen. Geschikt voor tien jaar en ouder.