illustraties: Mark Janssen
Van Goor, mei 2019
Nina en Alfa van het Ministerie van Oplossingen komen een nieuwe zaak op het spoor: meester Isaac van groep 3 heeft namelijk een probleem. Hij moet in korte tijd het huis van zijn vader weer bewoonbaar maken. Dat valt niet mee, want zijn vader is een ‘verzamelaar’: hij heeft in de loop de jaren het hele huis volgestapeld met allerlei spullen en met heel veel rommel en hij kan niets weggooien. Nu zijn vader is gestruikeld en zijn been heeft gebroken, constateerde de gemeente dat het te gevaarlijk is om in het huis te blijven wonen.
Meester Isaac heeft geen idee waar hij moet beginnen, dus schiet het Ministerie te hulp. Bovendien moet er ergens tussen de troep informatie liggen over een uitvinding die de vader van meester Isaac heeft gedaan. Hij had een briljant idee voor een heel milieuvriendelijke auto. Die aantekeningen mogen niet zomaar weggegooid worden!
Niet alleen meester Isaac en het Ministerie zoeken de aantekeningen, ook de geheimzinnige Zilvermannen willen de uitvinding hebben. En zij hebben een heel gevaarlijke manier gevonden om het Ministerie af te luisteren.
Ha, fijn, een nieuw avontuur over de vier kinderen en twee oude dames die samen proberen om in het geheim andere mensen te helpen. Dat is al een leuk gegeven voor een boek, maar door de griezelige Zilvermannen wordt het nog veel spannender. Vooral als die op een heel gluiperige manier de leden van het Ministerie gaan afluisteren.
Wat in de vorige twee delen over het Ministerie nog geen probleem was, ga je je bij dit boek wel afvragen: wat is de reden dat de Zilvermannen het Ministerie van Oplossingen zo dwarszitten? Omdat zo nu en dan het perspectief van het boek wisselt tussen het Ministerie en de Zilvermannen kan er gelukkig uitgelegd worden hoe het zit. Het doet een beetje kunstmatig aan, maar het werd wel hoog tijd dat er opheldering kwam.
Op zich is Het Ministerie van Oplossingen en het veel te volle huis los te lezen van de andere delen, maar het is wel het handigst om gewoon met het eerste boek te beginnen. De boeken over het Ministerie zijn spannend, grappig en heerlijk om te lezen. Dit derde deel doet meteen verlangen naar deel vier. Geschikt voor lezers van negen jaar en ouder.