Lemniscaat, maart / oktober 2015
Op het eiland Minelotte regeert de keizer Linus I; een lastig heerschap dat alleen maar witte broodjes met suiker lust. Wie het waagt te protesteren tegen zijn beleid, wordt gevangen gezet op de Witte Rots. Of nog erger: gevoerd aan de haaien.
Ook Micks ouders zitten op de Witte Rots. Mick woont met zijn zusje Lori en zijn vrienden Pieke en Remo op het strand. Ze leven van vis die Remo vangt en van het voedsel dat Mick in de heuvels vindt. Maar dan zijn de mango’s in de tuin van de keizer rijp en besluit Mick die stiekem te gaan plukken. Hij wordt betrapt en voor de keizer geleid. In zijn paniek gaat Mick een weddenschap met de keizer aan: als hij een week lang voor de keizer kookt en Linus I zijn eten lekker vindt, dan wordt Mick niet aan de haaien gevoerd en komen alle mensen van de Witte Rots weer vrij. Het is een krankzinnige weddenschap, want sinds wanneer houdt de keizer zich aan zijn woord? Maar Mick heeft een oud kookboek met bijzondere recepten, en veel vrienden die hem willen helpen.
Een idyllisch eiland, dat Minelotte. Je zou er zo willen wonen: in een aangespoeld schip op het strand, met een kraaiennest en met zeilen als gordijnen. Die ellendige keizer met zijn raadsheer zorgen voor de klassieke tegenspoed: de inwoners van Minelotte hebben honger, kinderen van wie de ouders op de Witte Rots zitten, wonen in een weeshuis en moeten in de mijnen werken. Rondom deze sprookjesachtige gegevens ontspint zich het verhaal van Mick. Elke avond maakt hij een gerecht waarbij de lezer het water in de mond loopt. Mick is de elfjarige versie van Sheherazade uit 1001 Nacht; hij weet zijn leven elke avond weer een dag te rekken. Goed, de lezer weet dat het hem uiteindelijk moet lukken, want het boek is nog niet uit, maar dat neemt niet weg dat het verhaal behoorlijk spannend is. Wie is bijvoorbeeld die oude man in de heuvels die Mick helpt? En hoe zijn z’n ouders aan dat bijzondere kookboek gekomen?
Als toegift staan achterin Koken voor de keizer alle recepten die Mick maakt, zodat je ook zelf aan de slag kunt met ‘mangomousse met chocoladeschotsen’ of ‘kaastortilla’s met hanenbek’. Maar ook voor wie geen culinaire plannen heeft, is Koken voor de keizer een leuk, spannend boek, dat duidelijk met plezier verteld is. Lekker lezen voor liefhebbers van sprookjesachtige verhalen waar je je vingers bij aflikt. Geschikt voor tien jaar en ouder.