vertaling: Jesse Goossens
illustraties: Sara Ogilvie
Lemniscaat, juni 2018
Je zal maar net zo boffen als Tomas! Hij helpt zijn opa mee om een moestuin aan te leggen. Daarvoor moeten ze de ‘strengelwinde’ uitgraven; een ontzettend rare struik, ‘een soort ondersteboven reuzenzwabber,’ aldus grootvader. Er groeit raar, rood, ananas-achtig, stekelig fruit aan. Tomas plukt zo’n vrucht en neemt hem mee naar huis. De vrucht geeft licht en voelt warm aan. En ’s nachts wordt het nog gekker: de vrucht beweegt, spat uit elkaar en er komt een draakje uit tevoorschijn!
Tomas heeft nu dus een fantastisch huisdier, veel beter dan een hond of een cavia. Al is een draak wel een lastig dier om verborgen te houden. Drakenpoep stinkt en ontploft, draken niezen met kleine vonkjes, draken maken een enorme puinhoop. Zie dat allemaal maar eens te verklaren aan je ouders!
Aan die strengelwinde groeien nog veel meer drakeneieren. Tomas besluit om drakenkweker te worden. Want zijn vrienden willen óók een draakje als huisdier.
Een eigen draakje dat schubben heeft in alle glinsterende tinten rood, dat op je hand komt zitten en je met glinsterende oogjes aankijkt, dat op je schouder vliegt, zijn staart lekker arm om je nek slaat en met hete adem in je oor kriebelt: iedereen die De jongen die draken kweekte leest, wil een eigen draakje! Zelfs als dat draakje per ongeluk je wenkbrauwen verschroeit of in je gymtas poept.
Het boek is geïllustreerd met heel veel zwart-wit illustraties van Sara Ogilvie; grappige plaatjes van Tomas met zijn draakje, maar ook van een dikke mevrouw die per ongeluk bijna op het draakje gaat zitten (in de bibliotheek) of van de kat TomTom die van het nieuwe huisdier niet veel moet hebben.
Tomas vertelt zijn verhaal in de ik-vorm. Hij is een wat dromerig jongetje met heel veel fantasie, hij wordt nogal gepest door zijn klasgenoot Liam, maar dankzij zijn fantastische drakengeheim kan hij de hele wereld aan. De jongen die draken kweekte is een heerlijk en geestig boek. Voor wie verder wil lezen, is er een vervolg De jongen die met draken leefde en er komt zelfs een derde deel aan. Voorlezen vanaf zeven en zelf lezen vanaf negen jaar. Dankzij de korte hoofdstukken is het boek ook heel geschikt om voor te lezen in de klas.