vertaling: Jesse Goossens
illustraties: Sara Ogilvie
Lemniscaat, oktober 2018
Wie De jongen die draken kweekte (2018) heeft gelezen, weet al dat Tomas en zijn vrienden Ted, Kat en Kai alle vier een jong draakje als huisdier hebben. Een geheim huisdier, want niemand mag zoiets geweldigs natuurlijk weten. Ouders hebben doorgaans bezwaar tegen huisdieren die je dekbed aan reepjes scheuren of die jelly beans roosteren in het tapijt.
Maar het is lastig om je draak verborgen te houden, want als je bijvoorbeeld een draakje mee naar school neemt, is dat vragen om moeilijkheden! Bovendien lijkt het erop dat Tomas’ lastige klasgenoot Liam iets in de gaten heeft. Hij hangt vaak rond in de buurt van opa’s tuin, de tuin waar de drakenfruitboom staat.
Met die boom gaat het niet zo goed, de bladeren hangen slap en de vruchten schrompelen ineen. Komt dit door de chemische middelen waarmee opa’s buurman misschien zijn groentetuin besproeit? Of zit Liam, de Koning van de Narigheid, hier achter?
De jongen die met draken leefde gaat verder waar het eerste deel ophield: vijf dagen nadat Kat, Kai en Ted ook een eigen draakje kregen. En wat hebben draakjes toch een fantastische mogelijkheden! Met drakenadem kun je bijvoorbeeld prima marshmallows roosteren. Met een draak op je arm kun je geweldige vuurspuwgevechten houden. En zo’n lief draakje als Fikkie, dat op je schouder zit en een warme staart om je hals slaat, daar zou je jaloers op worden.
Ook dit tweede drakenboek is grappig, erg onderhoudend en spannend. Want wat is die akelige Liam toch van plan? Hij heeft iets in de smiezen, dat voel je aan je water. Je gunt het Tomas en zijn vrienden van harte dat ze hun draken geheim kunnen houden en dat Liam het onderspit delft.
Het boek heeft een open einde, maar er komt nog een derde deel aan: De jongen die met draken vloog. Laten we hopen dat het in dat boek helemaal goed gaat komen met Tomas en zijn vrienden en dat ze gewoon met hun draakjes kunnen blijven spelen.
De jongen die met draken leefde is geschikt voor lezers vanaf ongeveer negen jaar. Voorlezen kan vanaf ongeveer zeven. Het is aan te raden om te beginnen met het eerste deel en daarna pas dit boek te lezen.