illustraties: Iris Boter
Van Holkema & Warendorf, september 2019
Joost, Eefie, Pepijn en Nina zijn vier kinderen van wie de ouders een hotel in Zuid Limburg runnen: Hotel De Korenwolf. Samen met hun oma vormen ze De Bende van De Korenwolf.
Een oude vriend van oma wordt 75 en nodigt oma uit om op bezoek te komen. Alleen: hij woont in Tanzania. En oma durft niet te vliegen. Gelukkig weet kok Kees dat er cursussen bestaan om van vliegangst af te komen. Dat is net iets voor Joost en Eefie! Ze besluiten een vliegtuig na te bouwen in de toneelzaal van het hotel, om oma zo te laten oefenen met het maken van een vliegreis. Jammer genoeg mogen ze van hun vader geen rommel maken, en een vliegtuig bouwen, dat kan niet zonder rommel. Aan hun broer Pepijn hebben ze niks, want die heeft alleen maar oog voor knappe Aisha, die in het hotel logeert. Nina is eigenlijk nog te klein om te helpen. Zou het lukken om oma op tijd naar Tanzania te laten reizen?
Na heel wat jaren is er eindelijk weer eens een nieuw boek over De bende van De Korenwolf! Het is met de kinderen van de Korenwolf net of je weer je oude vriendjes ontmoet: Nina is nog altijd een grappige kleuter en Pepijn een stoere puber met een klein hartje. Joost en Eefie hebben de grootste rollen; het zijn hun plannen die uitgevoerd worden. Met de nodige tegenslag natuurlijk, maar uiteindelijk komt alles in orde. En of oma nou wel of niet naar Tanzania gaat, ach, dat is eigenlijk helemaal niet zo belangrijk.
Er is sinds het laatste Korenwolfboek niet veel veranderd, de kinderen zijn nog steeds even oud, alleen zijn de zwart-wit illustraties in het boek nu van Iris Boter in plaats van Annet Schaap. Ze sluiten prima aan bij het verhaal.
Liehebbers van De Korenwolf kunnen weer lekker doorlezen. Het boek biedt niets nieuws, maar dat hoeft ook niet. Het sluit naadloos aan bij de eerdere delen, die helaas lang niet meer allemaal in druk zijn. Voorlezen kan vanaf zes jaar, zelf lezen vanaf acht of negen jaar.