illustraties: Joren Joshua
Leopold, januari 2018
Bekroond met de Gouden Griffel 2019
De klas van juf Cato is een heel gewone klas. Dat zou je tenminste denken. Goed, op een dag is er een nieuw meisje in de klas. Ze heet Ariane, maar wil Zeb genoemd worden, want ze is tenslotte een zebra. Het is wat lastig om in het speelkwartier tikketje met haar te spelen, want ze kan zo verschrikkelijk hard lopen, dat je haar niet meer terugvindt.
Ook de rekenles verkoopt wat anders dan gebruikelijk. 2 + 2 = 5. Alleen Maximiliaan snapt het niet. Hij komt elke keer als hij de som uitrekent toch echt op 4 uit. De hele klas weet dat het 5 is, waarom snapt hij dat nou niet?
En wat moet je dan als je familie al drie weken lang de hik heeft? Ziva wordt er gek van. Haar familie heeft ‘m nu eenmaal en dan kom je er niet zo makkelijk van af. En Annabelle wil graag een leeuw voor haar verjaardag. Dat mag ze niet, van haar moeder. Eigenlijk logisch, want die leeuw zou haar gazelle Bobina opeten. Ze had Bobina vorig jaar voor haar verjaardag gekregen, maar een gazelle als huisdier is niet zo leuk als ze had gedacht.
Elf verhalen rondom elf kinderen uit de klas van juf Cato. Elf absurde verhalen die eigenlijk helemaal niet kunnen, maar Gideon Samson weet ze zo losjes te vertellen dat je denkt dat het best kan. Je wisselt even van hoofd, gewoon, voor de lol. Je vader is allergisch voor oranje. Op de vierde woensdag van oktober wordt het huilen afgeschaft. En juf Cato gaat trouwen. Op 30 februari.
Het is met Zeb. net een beetje als met de dierenverhalen van Toon Tellegen. Je moet begrijpen dat er niks te snappen valt. Er zullen kinderen zijn die Zeb. schaterend lezen, want oh, wat kan die Gideon Samson toch heerlijk schrijven. Er zullen ook kinderen zijn die zeggen: ‘Ja maar 2 + 2 = 4. En hoe gaat het verhaal eigenlijk verder?’ Want inderdaad, ineens houdt het hoofdstuk weer op. Je wil best weten of Noepy inderdaad Wies’ hoofd weer teruggeeft, maar dat blijft in het ongewisse.
Zeb. is geïllustreerd met grote oranje tekeningen van Joren Joshua. Het is een absurd boek, heerlijk qua taal, maar qua inhoud wat vreemd. Wie ervan houdt, heeft er een lievelingsboek bij, want hoe vaker je het leest, hoe leuker het wordt. Zeb. is speels, met een heel eigen logica, geschikt voor lezers vanaf negen jaar.