vertaling: Maria Postema
Van Goor, mei 2009
Waar ooit de Verenigde Staten waren, ligt nu het land Panem: twaalf districten rondom een Capitool. Elk jaar worden de districten gedwongen één jongen en één meisje af te leveren om mee te doen aan de Hongerspelen; een gruwelijk soort vermaak dat rechtstreeks op tv wordt uitgezonden en waarin de 24 deelnemers in een ‘arena’ zich staande moeten houden. 23 moeten er afvallen (lees: sterven), degene die als laatste overblijft is de winnaar. Het is de bedoeling dat de deelnemers elkaar doden.
Als Prim Everdeen wordt aangewezen, neemt Katniss de plaats van haar kwetsbare zusje in. Katniss moet dus zien te overleven in een soort jungle. Ze kan omgaan met pijl en boog, ze is gewend honger te hebben en ze is taai en slim. De deelnemers uit districten 1 en 2 zijn favoriet: zij zijn sterk, rijk, bloedfanatiek en meedogenloos. Katniss komt uit het arme district 12. Ze weet niet wie ze kan en mag vertrouwen in het spel op leven en dood.
De eerste 150 bladzijden van dit boek is er nog niet veel aan de hand. De lezer maakt kennis met Katniss en met het fenomeen ‘Hongerspelen’. Het lijkt dan nog een beetje op een heftige vorm van het tv-programma Big Brother, maar je hebt nog niet echt in de gaten wat er gaat gebeuren. Dat gebeurt pas op bladzijde 160, als het spel begint en de deelnemers in een bos worden gedropt. Op dat moment barst het boek echt los. De deelneemster van district 2 is vastbesloten meteen zo veel mogelijk concurrenten uit te schakelen en werpt met messen naar de anderen. Op dag 1 van de spelen vallen er meteen al negen doden. Dat is schokkend. Het schokkends is het feit dat 24 jongeren elkaar moeten afmaken om zelf te kunnen overleven, en dat de regering dit bloederige vermaak elk jaar herhaalt. De Capitool zelf is er niet vies van om flink te stoken in het spel: door wespennesten, bosbrand en extreme droogte drijven ze de deelnemers letterlijk naar elkaar. Met alle nare gevolgen.
Daar staat tegenover dat De hongerspelen een geweldig, spannend en fascinerend boek is, om ademloos uit te lezen. De uitgever adviseert 12+, maar hoewel het boek soepel leest, is dat wel erg jong. Een waarschuwing over de bloederige inhoud op zijn plaats. Spectaculair boek!
Lees ook Vlammen (deel 2) en Spotgaai (deel 3)