illustraties: Ludwig Volbeda
Querido, oktober 2020
Oudstebroer wordt opgeroepen om in het leger te dienen. Hij wil het aan zijn vijf jongere broers uitleggen, maar Jongstebroer mag niks weten. Hij is nog te klein. Dus Oudstebroer gaat naar de oorlog, terwijl Jongstebroer denkt dat hij naar een feest is.
Oudstebroer moet zich melden bij wachtpost 7787, waar de wacht hem om een gift vraagt. Oudstebroer heeft hem niets te bieden, alleen de verhalen die hij kent. En dus vertelt hij aan de wacht een verhaal.
Na een tijd verschijnt ook Tweede Oudstebroer met een verhaal bij de wachtpost. En nog later derde Oudstebroer. En Vierde Oudstebroer en Vijfde Oudstebroer. Allemaal vertellen ze een verhaal. Want allemaal hebben ze het talent om te vertellen. En de wacht luistert.
Tenslotte arriveert Jongstebroer. Hij weet inmiddels wat de oorlog is, en is opgeroepen om in het leger te dienen. Maar hij is nog zo jong. Als hij bij de wacht komt, vraagt die om zijn oren. En Jongstebroer kijkt benauwd naar het kromzwaard van de wacht…
Wie Hoe Tortot zijn vissenhart verloor (2016) heeft gelezen, kent hem al: de lieve, naïeve jongste broer die soldaat werd. Hele verhalen voor een halve soldaat gaat aan dit boek vooraf. Het boek is een raamvertelling: zes verhalen ingebed in het verhaal van de wacht die in zijn wachtpost 7787 zit te wachten op soldaten die de grens moeten passeren. En in het verhaal van de Jongstebroer, die wacht op de terugkeer van zijn vijf broers.
Het zijn zes verhalen die je ieder ademloos leest, waarna je met een plof weer terugkeert bij de wacht, met het gerommel van de oorlog op de achtergrond. Alsof je wakker wordt na een bizarre droom, terwijl het verhalen van de wachter en van Jongstebroer zelf bijna net zo bizar zijn.
Extra punten voor de schitterende illustraties van Ludwig Volbeda. Terwijl je leest, wil je verder en verder, maar pas daarna bekijk je de tekeningen één voor één en raak je daardoor net zo betoverd als door de verhalen van de broers. Hele verhalen voor een halve soldaat is een boek om heel zorgvuldig van te genieten, van de verhalen zelf, van de mooie taal, van de grillige fantasie van de auteur en van de hele sfeer van dit beeldschone boek. Beeldschoon, in alle opzichten. Geschikt voor lezers van twaalf jaar en (veel) ouder.