Ploegsma, juni 2022
Na een heerlijke zomervakantie gaat Sterre naar de brugklas. Daar ziet ze nogal tegenop. Sterre is doof. Haar beste vriendin Emmelie gaat weliswaar met haar mee, maar Sterre wil vooral niet opvallen, dus ze wil ook geen doventolk mee naar school.
Aanvankelijk gaat het redelijk goed in de brugklas, maar dan merkt Sterre dat ze de lessen niet zo goed kan volgen en dat ze gesprekken en grapjes mist. Veel klasgenoten laten haar links liggen of pesten haar zelfs. Ook Emmelie laat na een tijdje Sterre in de steek.
In de jaren ’50 gingen dove kinderen naar een speciale school. Freek is doof en hij vindt het op zijn school verschrikkelijk. Bovendien mag hij er geen gebarentaal gebruiken. Ook zijn ouders zijn streng en verbieden hem gebarentaal te gebruiken als anderen het zien. Maar Freek heeft grote plannen. Hij wil geen ambacht leren zoals andere dove jongens; hij wil verder leren en naar een gewone school gaan.
Twee levens van twee dove kinderen, met zo’n 65 jaar ertussen. In die 65 jaar is natuurlijk veel veranderd, maar één ding verandert niet: de eenzaamheid van een kind dat niet kan horen. Sterre heeft weliswaar een implantaat waarmee ze hoort, maar ze mist toch zeker 30% van alles wat er om haar heen gebeurt. Anderen zijn vaak best bereid om rekening met haar te houden, maar dat lukt gewoon niet altijd. Dat is heel begrijpelijk, maar voor Sterre is het zuur. Bovendien lopen bij horende kinderen vriendschappen ook wel eens spaak. Thuis wordt Sterre ontzien en zelfs wat verwend en dat is voor haar broer weer lastig verteerbaar.
Freek staat wat verder van de lezer af. Wat hij meemaakt, is moeilijker invoelbaar. De strenge juffen en meesters op zijn school, zijn onderdanige ouders, hun schaamte voor hun doofheid; dat is voor je gevoel echt iets uit het verleden.
Uiteindelijk raken de levens van Freek en Sterre met elkaar vervlochten, maar dat lag al voor de hand. Met Freek kwam het goed en ook Sterre leert voor zichzelf op te komen.
Hoor je mij? geeft een interessant beeld van twee dove jongeren in twee verschillende tijden. Bij heel veel zaken waar ze mee worstelen, sta je als horende amper stil. Ook leer je meer over gebarentaal, mede dankzij de illustraties van Saskia Halfmouw. Een prettig leesbaar en toegankelijk boek voor lezers vanaf ongeveer twaalf jaar.