4sterHoogland & Van Klaveren, september 2021

Den Haag, 1969. Henk en Rocco zijn broers. Hun vader heeft een klusbedrijf, hun moeder is schoonmaakster en doet het huishouden. Ze hebben een oudere zus en een klein broertje. En ze delen een slaapkamer met een stapelbed. Vanuit die kamer gluren ze stiekem naar hun buurmeisje Mia, als zij zich omkleedt. Ze praten samen in het donker: over voetbal, meisjes, muziek en over alles wat hen bezighoudt.
Henk zit op de ULO, maar zijn voetbaltrainer Kees stimuleert hem om naar het gymnasium te gaan. Die overstap naar een andere school brengt veel met zich mee. Als jongen uit de Zeeheldenbuurt is het moeilijk om je staande te houden in het gymnasiummilieu. Ook merkt Henk dat hij langzaamaan van zijn stapelbedbroer vervreemdt. Dan krijgt Rocco een ongeluk, waarna hij in coma ligt. En ontdekt Henk wat er echt belangrijk voor hem is.

‘Ik vind alles best, als-ie maar niet op hockey gaat.’ zegt de vader van Henk, als Henk laat doorschemeren dat hij naar het gymnasium wil. ‘Niet slecht, en dat voor een voormalig uloklantje uit de Zeeheldenbuurt,’ zegt de wiskundeleraar op het gymnasium als Henk een 8,3 haalt. Tussen die twee werelden probeert Henk te manoeuvreren,  maar hij voelt zich op beide plaatsen niet (meer) echt thuis.
Stapelbedbroers geeft in de eerste plaats een tijd- en sfeerbeeld van een warm gezin in een volksbuurt in 1969. Achterin het boek staat een lijst met uitleg Van Ambachtsschool tot Zwarte Piet, voor de lezers die in 1969 nog (lang) niet geboren waren; onder andere de maanlanding (waar Henk stiekem om moet huilen), de Gouden Gids, Woodstock en de Ulo krijgen uitleg. Daarnaast is Stapelbedbroers het verhaal van een jongen die probeert een plaats te vinden op het gymnasium, zonder zijn afkomst te verloochenen. En tenslotte zijn er die twee broers, samen in dat stapelbed, met hun onderlinge gekibbel en geruzie, maar ondanks alles stevig met elkaar verbonden.

Er is iets wat dit boek mist, maar het moeilijk precies te zeggen wat. Het zit er allemaal wel in, maar je voelt het niet goed. Stapelbedbroers had meer de diepte in gemogen, zoals het Koos Meinderts in Naar het Noorden zo mooi lukte. Afgezien daarvan is het boek een aanrader voor lezers vanaf ongeveer twaalf jaar, die niet op zoek zijn naar avontuur, maar graag een boek lezen vanwege de mooie taal en de sfeer. Wat dat is allebei dik in orde.

Top