Eduard Speck woont op de Schoffelhoeve. Hij is het slimste, mooiste en belangrijkste varken dat er bestaat – dat vindt hij tenminste zelf. Dat Hector de boerderijhond en Engeltje Boterbloem, de roodbruine koe met de grote, donkere ogen, hem een verwaande, luie dikzak vinden, is dus vooral hún probleem. Eduard snapt er dan ook niets van dat alles waar hij zich mee bemoeit, jammerlijk lijkt te mislukken. Want of hij nu probeert de kikkers te verhinderen een nachtelijk kwaakconcert te geven, op zoek gaat naar een verborgen schat of een ontdekkingstocht organiseert: telkens loopt het in het honderd. En dat ligt natuurlijk in geen geval aan de briljante Eduard Speck ...