Plasman hoort dan wel bij het selecte groepje superhelden die de stad veilig houden, maar hij voelt zich absoluut geen held. Zijn enige superkracht is dat hij vaak, veel en ver kan plassen. Nooit wordt er een beroep op hem gedaan. Tot op een dag de verschrikkelijke sneeuwman in de stad verschijnt en alle andere superhelden ziek, zwak en misselijk zijn (of van hun ouders eerst hun bord leeg moeten eten). Uiteindelijk raapt Plasman al zijn moed bijeen en gaat hij het monster te lijf. En dan blijkt zijn superkracht lang niet zo nutteloos te zijn als hij dacht!
Een hoognodig boek voor al die kleuters die misschien officieel al zindelijk zijn, maar toch nog regelmatig een ongelukje hebben. Een superboek om daar samen met papa en mama hartelijk om te lachen!